Wetenschappers worden gestimuleerd om mee te doen aan het publieke debat. Maar steek je hoofd uit de ivoren toren en je voelt de gure wind. Uit onderzoek van ScienceGuide blijkt dat 43 procent van de wetenschappers na een publiek optreden is geïntimideerd. Moet je media dan maar mijden? Natuurlijk niet! Hier volgen wat tips, met dank aan ervaringsdeskundige Nadia Bouras.
Media moet niet
Ook als je je niet bezig houdt met “riskante” onderwerpen als vaccins, het slavernijverleden, racisme, feminisme, genderidentiteit, religie of klimaat, kun je opzien tegen een media-optreden. Probeer uit te vinden waar die tegenzin vandaan komt. Aan podiumangst of presentatievaardigheden kun je werken, maar existentiële talkshowhaat komt niet voor niets voor in alle natuurreligies. Pro-tip van rechtsfilosoof Roland Pierik: “Zoek de media alleen op als je het echt leuk vindt.” Kun je je antipathie niet overtuigend verbergen? Bedank dan.
Regel een twitteraccount
Of je het leuk vindt of niet: Twitter bestaat. Zelfs als je het mijdt als een skihut vol anti-vaxxers, kun je toch maar beter een account aanmaken. Onder je eigen naam, inderdaad. Waarom? Simpel: als jij het niet doet, doet iemand anders het. Pro-tip van intensivist Diederik Gommers: registreer je eigen naam.
Met een account heb je in ieder geval een stoel in de arena. Wil je je mengen in een verhitte discussie, maar liever niet onder eigen naam? Maak een anoniem account aan. Laf? Misschien, maar ook ridders deden hun vizier omlaag tijdens het steekspel.
Zorg voor support
Een persoonlijke aanval op Twitter kun je misschien nog negeren, maar het wordt behoorlijk vervelend als mensen contact opnemen met je werk. Daar kan historicus Nadia Bouras over meepraten. Na een tweet over het zelfvertrouwen van een Haagse oud-wethouder, rinkelde de telefoon van haar werkgever. Die moest ze vervolgens uitleggen wat ironie is, en hoe sommige twitteraars dat expres niet willen begrijpen. Bouras: “Er zou een cursus moeten komen voor leidinggevenden: wat te doen als een medewerker onder vuur komt te liggen.”
Mogelijk biedt een handreiking waar de VSNU medio oktober mee komt uitkomst. Tot die tijd alvast deze tip van Bouras: “Zorg dat je een (Whatsapp)groep van gelijkgestemde collega’s hebt die je niet alles hoeft uit te leggen en waar je stoom kunt afblazen.”
Zoek de security officer
Bij Bouras bleef de intimidatie niet beperkt tot tweets en telefoontjes. Op 21 maart 2021 vond ze een sticker van Vizier op Links (“geobserveerde lokatie”) op haar voordeur. De Universiteit Leiden reageerde voortvarend: de security officer van de universiteit belde de wijkagent, die contact opnam met Bouras. Rector Hester Bijl belde ook met Bouras en twitterde – op zondag – een statement. “Heel goed”, zegt Bouras. “De tijd is voorbij dat je als bestuurder kon zeggen: we gaan hier maandagochtend over vergaderen en daarna versturen we een persbericht”
Voel je je bedreigd? Stap dan naar de security officer (of het equivalent daarvan) van je werkgever.
Beveilig de boel
Tegenwoordig hebben voordeuren vaak een meerpuntssluiting. Dit geldt ook voor de meeste webdiensten. Met twee-factor-authenticatie (2FA) voeg je een extra beveiligingslaag toe aan je accounts. Bijvoorbeeld SMS of nog beter, een app, of nóg beter, een fysieke sleutel. Uiteraard gebruik je al heel lang een wachtwoordmanager, toch? TOCH?!
Laat je niet kisten!
Eindigt dit stuk nu met een enerzijds/anderzijds? Nee. Het maatschappelijk debat heeft wetenschappers nodig! De laatste woorden zijn voor Nadia Bouras. Ondanks alle ellende bleef ze actief op social media: “Twitter heeft nare kanten, maar het is óók goud! Je kun je er heel goed profileren, zowel persoonlijk als vakinhoudelijk. Het is misschien even zoeken naar de do’s en dont’s van het medium, maar dan heb je een mooi platform. Als je het goed gebruikt, kun je je verhaal kwijt en je onderzoek pitchen.”